Daar waar de wind niet bij kan

Daar waar de wind niet bij kan.

olie op paneel, 40 x 30 cm

Het was een middag waarop de lucht zwaar hing, alsof de wereld een adem inhield die nooit meer uit zou komen. Hij zat daar, rug naar het raam, hoofd gebogen, en liet de stilte als een mantel over zijn schouders vallen. Niemand wist wat zich afspeelde in de diepste diepten van zijn gedachten, waar herinneringen lagen opgeslagen als oude brieven in een vochtige kist.

De moedervlek op zijn nek, net boven de boog van zijn schouderblad, was een vergeten landkaart. Alleen zij had ooit haar vinger erop gelegd, net zacht genoeg om de grens tussen aanraking en betekenis te vervagen. “Hier,” had ze gezegd, “daar waar de wind niet bij kan.” En hij had gelachen, niet wetend wat ze bedoelde. Nu wist hij het, in dat stilzwijgen waarin haar afwezigheid alles bedekte.

De kamer vulde zich met de geur van olie en hout, sporen van iets dat lang geleden was begonnen en nooit werd afgemaakt. Hij streelde zijn eigen hals, maar de warmte was niet dezelfde. Buiten begon de regen zachtjes op het dak te tikken, als vingers die op de rand van zijn herinnering klopten. Maar zelfs de regen kon daar niet komen—daar waar de wind niet bij kon.